Zelf hing ik de lampjes - 500 stuks LED, twaalf meter, warm wit - pas in de vlierstruik op toen tweede kerstdag reeds halverwege was. Druk, koud, regen, een smoes als „Schat, in Marioepol hebben ze helemáál geen lichtjes”, u kent die slappe seculiere excuses wel. En dan bood ik ze ook nog, in strijd met de huidige trend, aan iemand aan die zelf een slachtoffer was: mijn wederhelft, die er al een week om vroeg.
Eigenlijk heb ik dus geen recht van spreken nu ik een opvallende ontwikkeling wil signaleren die rechtstreeks verband houdt met het feest van de vrede. Bij ons is het bovendien precies zoals bij Willem-Alexander en Máxima. Wij hebben evenmin een kerstboom in huis, hoewel de reden van een andere aard is. Bij de koning ontbrak-ie tijdens zijn toespraak (meest opvallende zin wat mij betreft: „Lopen we in ons land met zijn beperkte ruimte en botsende belangen niet tegen grenzen op?”) omdat hij de niet-christelijken onder ons niet voor het hoofd wilde stoten, hetgeen met alle respect een tamelijk krankjoreme stellingname is. Bij mij ontbreekt hij omdat wij smaak hebben.
Enfin, die opvallende ontwikkeling aangaande het feest van de vrede dus. Mijn oog viel erop tijdens een wandeling door onze geliefde hoofdstad en ik wil er toch graag aan refereren. De gemeente heeft her en der alvast plekken gecreëerd waar de inwoners hun gebruikte kerstbomen kwijt kunnen, waarna de vuilnisophaaldienst ze oppikt. Dat is een lofwaardig initiatief, maar ik maakte voornoemde wandeling afgelopen vrijdag al. En toen reeds lagen er op de twee stortplaatsen die ik passeerde meerdere afgedankte kerstbomen.
Twee dagen vóór de Kerst!
Het hield mij danig bezig de afgelopen feestdagen. Verder was het hartstikke gezellig hoor, daar niet van. De kerststol, sorry: feeststol van de Appie was best te pruimen en ik wil hier in alle bescheidenheid toch ook nog wel kwijt dat er helemaal niemand is die mijn salted caramel meringue kan evenaren, maar de vraag waarom die kerstbomen daar voorafgaande aan het feest van de vrede al waren gedropt bleef maar door mijn hoofd spoken.
Wat is er gebeurd bij die mensen thuis?
Is het bijvoorbeeld denkbaar dat er ergens op driehoog achter in de Tweede Helmersstraat een Willem-Alexandertje werd gedaan, met andere woorden: dat een echtpaar zich direct nadat de kerstboom in de woonkamer was geplaatst afvroeg of er in die kamer met zijn beperkte ruimte en botsende belangen niet tegen grenzen was aangelopen, en dat ze toen terstond de meest rigoureuze maatregel troffen?
Ik noem maar iets, en verder zag ik natuurlijk, met mijn verdorven geest, weer direct voor mij hoe zo’n Mokumse sukkel van z’n allerlaatste centen een kerstboom koopt, ‘m mee naar huis zeult en bij thuiskomst zijn lieftallige eega in de echtelijke sponde aantreft met de nieuwe buurman, een statushouder genaamd Kwabena. Volgens mij wil je dan niet alleen van je vrouw af, maar ook van zo’n boom.
U begrijpt het vast al: het waren prettige, maar merkwaardige, hóógst merkwaardige dagen.